Indonesie en de Komodovaraan

Onlangs vertrokken we voor twee weken vakantie naar Indonesie. Het plan was een paar dagen Bali, dan een week Flores en tot slot een paar dagen Lombok. Eigenlijk wilde ik mijn 500 mm lens meenemen, maar dat betekende ook een zwaar statief en daar ik een week voor het vertrek nog een cortisone spuit had gekregen in mijn schouder, leek dat toch niet zo verstandig. Maar ja wat nu als je de lens mist tijdens je vakantie. Maar goed het was gewoon niet verstandig. Wel mijn Olympus systeemcamera en de 100-300 mm lens van Panasonic mee, zodat ik altijd nog met 600 mm kon fotograferen (vergeleken met een fullframe camera).


Op Bali aangekomen werden we naar ons verblijf gebracht in Sanur. De volgende ochtend vroeg op om te kijken welke vogels en andere zaken er aan het strand te fotograferen waren. Het was zo vroeg al erg druk op het strand en vogels waren nauwelijks te vinden. Vandaar dat ik me met name heb gericht op de zonsopgang. Ook tijdens onze ochtend en middag wandeling waren we niet onder de indruk van de natuur in het Zuiden van Bali. Ook de tweede dag leverde geen mooie natuurbeelden op. Wel nog een prachtige zonsondergang bij Jimbaran, waar je op het strand overigens ook prima vis kunt eten!


Vervolgens vlogen we door naar Flores. Een veel minder toeristisch eiland en mijn hoop was dan ook dat we hier meer natuur zouden treffen. Van het vliegveld gingen we door naar Moni. Het werd een bijzondere reis, doordat na een 40 minuten rijden we moesten stoppen. boven de weg was een graafmachine aan het werk om een berg af te graven. Er moest ruimte worden gemaakt voor verbreding van de weg. De weg lag vol met puin en wij vroegen ons af hoe ze die weg zouden halen. Dat bleek makkelijker dan gedacht. Met een paar bulldozers werd het puin gewoon rechts van de weg het ravijn in gestort. Het leverde ons een van de weinige vogelwaarnemingen op. Een Zeearend werd op deze wijze namelijk bruut verstoord bij het broeden en vloog op. Te ver weg om te fotograferen, zelfs als ik mijn 500 mm lens mee had gehad.


Aan het begin van de middag kwamen we aan in Moni. We hadden lunch buiten het dorp en zagen zowaar af en toe een vogeltje op grote afstand. Al pratend met onze gids kwam al snel de uitleg. Alles wat beweegt en waar vlees aanzit, daar wordt op gejaagd.


De volgende ochtend om 4 uur op pad om Mount Kelimutu te beklimmen en daar de zonsopgang mee te maken. Mount Kelimutu heeft drie kratermeren, die regelmatig van kleur veranderen. Wij gingen als eerste de berg op en naar een stevige klim door het donker, was er alle tijd om boven de camera met groothoek lens en filters op te zetten. Hoewel de zonsopgang grotendeels werd afgedekt door de bewolking een prachtige ervaring. We hebben er van genoten! Hier boven veel vogelgeluiden, maar ook op zeer grote afstand en er geen gezien. Op de terugweg naar beneden, een steile afdaling door natuur en landbouwgebied wederom nauwelijks vogels.


De daarop volgende dagen maakte we prachtige tochten over het eiland Flores. Veel rijstvelden en nauwelijks Koereigers, schitterende vulkanen en bergketens, maar geen roofvogels. Af en toe een Langstaartmakaak en een vogelgeluid, dat is wat mij bij blijft van de natuur op Flores. Wel ook traditionele dorpen bezocht en daar leuke portretten gemaakt.

 

Mijn hoop  voor de natuurfoto's was daarom gericht op het bezoek aan het eiland Rinca, waar evenals op Komodo de Komodovaraan leeft. We zouden om 6 uur vertrekken, maar mij was al lang duidelijk dat al om 9 uit s'ochtends het licht erg schel was. Daarom aangedrongen op een vertrek rond vijf uur. Rinca wordt door veel toeristen bezocht. Het zou namelijk makkelijker zijn om daar de Varanen te zien, dan op Komodo. Vooral bij de Rangerpost worden de Varanen regelmatig gespot. Er wordt bij hoog en laag beweerd dat ze er niet gevoerd worden, maar dat betwijfel ik. Maar goed ook de beren die ik in Finland fotografeerde worden gevoerd.

 

Na een boottocht van 2,5 uur waar we enorm van hebben genoten, kwamen we aan bij Rinca. In het Mangrovebos zagen we een Visarend, een Wouw en Reigers. Het beloofde een mooie dag te worden. Als 1 van de eerste toeristen gingen wij aan land. Daar kregen we een gids toegewezen en een veiligheidsinstructie. De Komodovaraan kan tot drie meter lang worden en meer dan 70 kilo wegen. Ze hebben een dodelijke beet en doden zelfs Water Buffalo's. Die overlijden niet direct, maar sterven langzaam door het toegediende gif. Ook voor mensen kan een beet dodelijk zijn.


Vervolgens gingen we op stap. De eerste Komodovaraan lag nog heerlijk rustig vlakbij het Rangerstation. Al snel werd deze Komodovaraan actiever en ook anderen kwamen te voorschijn. Liggend op de grond met een Komodovaraan, die op je afkomt kun je prachtig fotograferen, maar helemaal comfortabel voelt het niet altijd. De gids hield ze op afstand met een lange stok met een uiteinde in de vorm van een v.

 

Vervolgens gingen we het bos in voor een lange wandeling. Al snel stuiten we op een Komodovaraan, die de eieren van de Orange Footed Scubfowl aan het uitgraven was. De vogel deed verwoede pogingen dat te stoppen en gooide zand terug in het gat.

 

Even verder kwam een Komodovaraan ons tegemoet op het pad. We doken weg en lieten hem op ons afkomen. Op enig moment te dichtbij vond ik. De gids was namelijk aan het filmen en had zijn stok, onze bescherming weggezet. Doordat ik fotografeerde op 200 mm, leek het extra dichtbij. Volgens de gids hadden we de Komodovaraan kunnen laten passeren, maar Anita en mijn leven zijn mij te veel waard.

Na deze close encounter hebben we de wandeling vervolgd. We zagen nog een enkele Komodovaraan, Lanstaartmakaken, Herten en een Water Buffalo. De tocht voerde ons door he bos naar een hoger gelegen ogenlandschap. Prachtig om te zien en zeker de moeite waard.


Na de lange wandeling lekker gezeten en wat gedronken bij het Rangerstation. Om vervolgens de boot terug te nemen. Na een uurtje lekker gezwommen in een baai. De middag en volgende ochtend rond het hotel toch nog wat vogeltjes kunnen fotograferen. Ook de zonsondergang was prachtig.

 

De laatste paar dagen zaten we in het Puri Mas Beach resort op Lombok. Zij hebben ook een Spa resort op een kleine twee kilometer. Enthousiast werd ons gemeld dat naast een zalige massage, waar we gretig gebruik van hebben gemaakt, er mooie vogels in de tuin zaten. De fotospullen daarom ingepakt en vol verwachting klopte mijn hart. Maar ja, ik had het kunnen vermoeden. Geen vrij rondvliegende vogels, maar vogels in een kooitje of op een stokje met een touw aan de poten. Het deed ons denken aan China waar een gids ons in een stadspark wees op de mooie natuur, wijzend naar een Pauw in een hok.

 

De avonden gaven ons iedere dag een prachtige zonsondergang, maar veel natuur was er niet om van te genieten. Voor mij is de conclusie duidelijk. Als je in Indonesie wil genieten van de natuur, dan moet dat in de Nationale Parken. Je kunt er niet op vertrouwen er zo tegen aan te lopen. Ik heb mijn 500 mm lens dan ook niet gemist! Hieronder nog wat foto's.

Reactie schrijven

Commentaren: 0